Het Personeelsstatuut van 1975

De ondertekening van het eerste Personeelsstatuut in 1975.

Schema van het tripartite overleg, 22 september 1975, dat gezamenlijk het Personeelsstatuut ondertekenden.

Bij de viering van het het honderdjarig bestaan van Bijenkorf Beheer (later KBB, door toekenning van het predicaat koninklijk) op 27 april 1970 deed de voorzitter van het concern, Jack Bons, een belangrijke toezegging aan het personeel: er zou een personeelsstatuut komen. In die tijd bestonden er nog geen CAO’s, evenmin als het driepartijenoverleg tussen bedrijfsleiding, vakbonden en ondernemingsraden. Het zou nog wel vijf jaar duren voor deze toezegging, uniek in Nederland, als personeelsstatuut in een vorm beschikbaar kwam, waarmee je van een voorstelovereenkomst tussen partijen kon spreken. Dat de totstandkoming zo lang duurde had te maken met een tekort aan gekwalificeerde mankracht binnen de personeelsafdeling, het nog niet bestaan van een concernondernemingsraad als overlegpartij, de oprichting van een nieuwe vakorganisatie voor hoger personeel en van nieuwe werkmaatschappijen binnen het concern.

Op 22 september 1975 werd door drie partijen een uniek Personeelsstatuut KBB ondertekend door drie partijen: de vakbonden, de concern ondernemingsraad KBB en de raad van bestuur KBB.

Bij een artikel in het personeelsblad van 3 oktober 1975 was een foto geplaatst van de betrokken partijen, bijeen om de overeenkomst te ondertekenen.

Het doel was: het vastleggen van het Sociale beleid en Arbeidsvoorwaarden in een overeenkomst die moest gaan gelden als basis voor iedere individuele arbeidsovereenkomst voor elke medewerker van de Bijenkorf Beheer. Wat was hier nu zo bijzonder aan?

Allereerst dat de vakbeweging accepteerde dat via de ondernemingsraad onderwerpen konden worden aangedragen die door de vakbeweging als afspraken binnen het personeelsstatuut golden (men noemde het intern streeponderwerpen).

De overeenkomst bevatte alle onderwerpen die thuishoorden in een moderne arbeidsovereenkomst, plus een aantal extra onderwerpen die te maken hadden met de typische bedrijfsaspecten van de verschillende concernwerkmaatschappijen zoals de Bijenkorf en de HEMA. De overeenkomst gold voor alle medewerkers met uitzondering van de hulpkrachten.