De vroegste personeelsregistratie

Medewerkers-overzicht uit 1907.

Bij de start van de Bijenkorf in 1870 op de Nieuwendijk was er slechts sprake van een bescheiden galanteriezaak met een viertal medewerkers. In 1899 was dat aantal uitgegroeid tot eenentwintig, waarvan twintig (!) verkoopsters. Hun voornamen stonden netjes onder elkaar in een notitieboekje van mijnheer Isaac, en dat was dan de hele loonadministratie. Elke week werden de lonen uitbetaald en stond het totaalbedrag van 122 gulden als weekloon geregistreerd in de boekhouding. Het zou tot het begin van de twintigste eeuw duren voor er een eenvoudige personeelsregistratie plaatsvond.

In 1908 was er 530 m2 verkoopoppervlakte in gebruik voor veertien afdelingen met in totaal 87 personeelsleden, van wie er 45 in de verkoop werkten.

De onderneming was in 1904 al aardig gegroeid, de verkoopoppervlakte besloeg een viertal panden naast elkaar op de Nieuwendijk, de personele bezetting bestond uit 54 medewerkers met een gezamenlijk salarisbedrag van 19.800 gulden per jaar. n dat jaar ging men over van een wekelijkse betaling naar een maandsalaris; in plaats van 32 gulden per week ontving de heer Kolthoff voortaan dus 128 gulden per maand. Er waren medewerkers die 40, 45, 61 en 65 gulden per maand verdienden, afhankelijk van de leeftijd, die, zonder namen, wel werd aangegeven.

In 1905 groeide de staf naar 59 medewerkers, in 1906 naar 69 en in 1907 registreerde de directie 79 personen voor de verkoop, administratie en andere ondersteunende diensten. Eind van dat jaar waren er al 83 medewerkers in dienst. In 1908 was er 530 m2 verkoopoppervlakte in gebruik voor veertien afdelingen met in totaal 87 personeelsleden, van wie er 45 in de verkoop werkten. Voor een gestroomlijnder gang van zaken kwam er in die tijd al een soort personeelschef, mevrouw Polak, die door de verkoopsters met ongekende bijval werd begroet.