De lunchrooms

De openingsadvertentie van de lunchroom in de Bijenkorf Amsterdam in 1914.

Ingang van de lunchroom in Den Haag in 1926.

Op 2 november 1914, nauwelijks twee maanden na de opening van de Bijenkorf in Amsterdam, werd op de tweede etage een lunchroom geopend met driehonderd zitplaatsen en uitzicht op de Dam. Tot die tijd bestonden er in Nederland eigenlijk alleen klassieke restaurants, waaronder sterrenrestaurants als House of Lords in Den Haag, en Dikker en Thijs in Amsterdam, waar de Franse keuken favoriet was.


De formule van de Bijenkorf lunchroom werd als volgt omschreven: Een Bijenkorf restaurant is een familie restaurant, waar men met het gezin heengaat of vriendinnen met elkaar afspreken. Het menu is er kort en krachtig, zodat iedereen in een oogopslag zijn keuze kan maken. De gerechten zijn afgebeeld en/of kort omschreven in klare taal waardoor men weet, wat er bedoeld wordt.

Alle lunchgerechten - eenvoudige maaltijden als soep, huzaren-, haring- en zalmsalade, en Russische eieren - werden uitgegeven via een buffet, evenals de dranken, ijs en gebak.


Een Bijenkorf restaurant is een familie restaurant, waar men met het gezin heengaat of vriendinnen met elkaar afspreken.

Ook in de in 1926 geopende Bijenkorf in Den Haag was de lunchroom gevestigd op de tweede etage. Het door architect Piet Kramer ontworpen restaurant, was met het gepolitoerde padoukhout en de rubberen vloer in verschillende kleuren, stijlvoller dan dat in Amsterdam. In de Bijenkorf lunchrooms werd hotelzilver gebruikt voor het opdienen van klassieke gerechten, ook koffie en thee werden in verzilverde kannetjes geserveerd, ijsgerechten in verzilverde coupes.

De nieuwe Bijenkorf in Rotterdam kreeg een lunchroom op de vijfde etage. In een beschrijving van het project uit 1930 wordt op pagina 24 vermeld: "Evenals op de parterre kan de van het dwalen vermoeide kooper op de vierde étage een verversching gebruiken bij het express-buffet, of een doos hopjes meenemen bij de chocolaterie. Waar zo iemand op zijn gemak wenscht uit te rusten, zoekt hij het in letterlijken zin hooger op om zo de luxueus ingerichte lunchroom te bereiken, waar gerekend wordt op heel veel bezoek".

Dat vele bezoek was ook de reden dat Piet Kramer de opdracht kreeg om een nieuw ontwerp voor de lunchroom in de Amsterdamse Bijenkorf te maken en het aantal zitplaatsen uit te breiden naar vijfhonderd. In 1927 werd zijn creatie feestelijk geopend.


Het bedienend personeel van de lunchrooms werkte op bedieningsgeld: zij ontvingen één gulden als salaris, de zogenaamde juridische gulden die nodig was om een dienstverband vast te leggen. Het bedieningsgeld werd in een speciale pot, de Tronc, gestopt. Elke serveerster kreeg, afhankelijk van haar functie, een aantal

punten toebedeeld. Bij het uitbetalen van het salaris werd de Tronc gedeeld door het aantal punten, na optelling van alle afzonderlijke punten. Daarbij werd

voor elke serveerster c.q. ober haar of zijn puntenwaarde vermenigvuldigd met de waarde van één punt, wat tot gevolg had dat zij soms meer verdienden dan bijvoorbeeld de koks.

De Lunchroom in de Bijenkorf Amsterdam, 1916.

De lunchroom in Den Haag, 1926.

De lunchroom op de vijfde etage in Rotterdam, 1930.

De lunchroom in Den Haag in 1926.

Koks achter het koud buffet in 1930 in Amsterdam.

De lunchroom in Rotterdam op de vijfde etage, 1930

De lunchroom in Rotterdam op de vijfde etage, 1930