De geboorte van BIJ

Het eerste Bij journaal in 1979 februari.

Een belangrijk wapenfeit in de geschiedenis van de Bijenkorf was de lancering van een nieuw communicatiewonder: het eigen blad BIJ journaal, geboren uit de innige samenwerking tussen art-director Nico Heij (van FHV), het interne team van de Bijenkorf met Martijn Hagoort en Ton Meulman en met Merel Laseur als coördinatrice.

De profilering naar lifestyle warenhuis was logisch aanleiding voor discussies over het communicatiebeleid.


Het Deense voorbeeld van klantenbinding, plus het feit dat nationale tijdschriften als Libelle, Margriet en Avenue regelmatig bij de Bijenkorf authentieke items voor hun lezerskring, hun ‘vaste klanten’, kwamen uitzoeken, hadden Gaakeer op het idee gebracht een eigen Bijenkorf lifestyleblad te ontwikkelen. Een regelmatig te verspreiden magazine, met een originele naam en spraakmakende vormgeving. Dit zou de doelgroep effectiever inspireren dan via bestaande publieksmedia mogelijk was. Een niet te verwaarlozen neveneffect zou zijn dat het de verschillende goederenfolders overbodig zou maken die tot dan toe in uiteenlopende vormen en maten door de Bijenkorf werden geproduceerd.


Een belangrijk wapenfeit in de geschiedenis van de Bijenkorf was de lancering van een nieuw communicatiewonder BIJ journaal in 1979.

Het zou geen echt magazine worden, het uitgeven daarvan viel immers buiten de doelstelling en budgettaire mogelijkheden van de Bijenkorf. Evenmin werd gedacht aan de zoveelste catalogus; het zou een soort blad daar ergens tussenin moeten zijn, al snel omschreven als magalogue. Art director Nico Hey, mede-oprichter van het bekende bureau FHV, werd benaderd een stramien voor dit nieuwe fenomeen te ontwerpen. Er werd een klein redactie- en productieteam gevormd, gecoördineerd door Merel Laseur, een begroting werd opgesteld en een drukker en een verspreidingsbureau geselecteerd.

Gekozen werd voor de naam BIJ Journaal, als korte en krachtige verwijzing naar het warenhuis en vanwege de associatie met het op de hoogte zijn van nieuwe trends.

Het eerste nummer verscheen in februari 1979 in een oplage van maar liefst 700.000 exemplaren, een aantal dat alleen de grootste tijdschriften konden evenaren.

Het werd verspreid in gebieden rond de vestigingsplaatsen van de filialen, in geselecteerde wijken met een bewonersprofiel dat aansloot bij de doelgroep van de Bijenkorf. Adverteerders toonden zich al snel geïnteresseerd en de baten uit betaalde advertenties kwamen ten goede aan de exploitatie.


Maar ook de vraag vanuit de Bijenkorfdivisies naar ruimte in dit nieuwe medium groeide sneller dan verwacht, waardoor de redactionele pagina’s enigszins in de verdrukking raakten. Uiteindelijk is het BIJ Jounaal een blijver gebleken – al wisselde het nogal eens van naam – en een representatief medium voor het Good Looking and Good Living thema. Via het BIJ Journaal onderhield de Bijenkorf gericht en geregeld contact met de vaste en potentiële vaste klanten. Top-fotografen en tekstschrijvers - onder wie ook Simon Carmiggelt, geestelijk vader van de destijds populaire rubriek Kronkel in Het Parool - verleenden hun medewerking aan het blad.


Een grootschalige werving van nieuwe vaste klanten via het Bij Journaal kon om budgettaire redenen niet direct worden doorgevoerd: de screening, verzorgd door de financiële afdeling, bleek te kostbaar en een goedkoop alternatief via het Bureau Krediet Registratie was om andere redenen niet acceptabel. De werving is overigens enkele jaren later wél met veel succes opgepakt.


Bij journaal van maart 1982. Uit het KBB archief in het Stadsarchief Amsterdam dossier 929

Bij journaal van maart 1980. Uit het KBB archief in het Stadsarchief Amsterdam dossier 929

Bij journaal van maart 1981. Uit het KBB archief in het Stadsarchief Amsterdam dossier 929

Bij journaal van november 1983. Uit het KBB archief in het Stadsarchief Amsterdam dossier 929