Opleving van de art deco

Parelmoer lampen uit Bij journaal van februari 1979.

Begin jaren zeventig bezocht styliste Anni Apol regelmatig Parijs om er op de vlooienmarkten en in tweedehands winkeltjes op zoek te gaan naar art deco lampen en vazen. Op de meubeltentoonstelling in de Bijenkorf werd haar buit met groot succes geƫxposeerd en verkocht. Daarmee speelde Apol in op de sfeer van nostalgie die in Nederland in de lucht hing: oma's handkoffiemolens en emaillen kommetjes werden van zolder gehaald, niet zozeer om ze te gebruiken, maar om ze een ereplaats in de keuken of zelfs op de schoorsteenmantel te geven. Voor de inkopers, gewend als zij waren juist op zoek te gaan naar modern, stijlvol ontworpen huisraad en meubilair, betekende dit nogal een omschakeling.

Begin jaren zeventig bezocht styliste Anni Apol regelmatig Parijs om er op de vlooienmarkten en in tweedehands winkeltjes op zoek te gaan naar art deco lampen en vazen.

Maar terwijl her en der slechte kopieƫn van meubels uit grootmoeders tijd op de markt werden gebracht, wist de Bijenkorf op creatieve en verantwoorde wijze op deze nieuwe trend in te spelen door producten van de beroemde Thonet te koop te zetten. Het beroemdste ontwerp van deze meubelfabrikant was de Weense koffiehuisstoel, een aantrekkelijke stoel van soepele beukenhouten twijgen, die al in 1859 in productie was genomen.


In Spanje had de inkoop een fabriekje ontdekt dat fraaie fauteuiltjes van pitriet vlocht en in de Ons Huis ons thuis- folder van de jaren zeventig werd de aandacht gevestigd op het romantische rotan, in de sfeer van de Haagse serres uit de tijd van Couperus. Het mocht allemaal weer en dus was het in de Bijenkorf volop verkrijgbaar.

Weense meubelen in de Thonet stijl in Bij journaal van februari 1979.

Chippendale meubelen in de Bij journaal van mei 1979.