Missie en positionering

Bosse Sandqvist, 1977.

Het begon dus allemaal met een fundamentele bezinning op de commerciële mogelijkheden van de Bijenkorf in het sterk veranderende spectrum van detailhandelsformules.

Nog vóór de komst van Sandqvist en Coster was er al een projectgroep gestart die tot taak had om wellicht de meest grondige SWOT analyse in de geschiedenis van het bedrijf te maken. De projectgroep bestond uit zowel Bijenkorvers als diverse experts van de holding. Na de komst van de nieuwe directieleden werd het tempo van de werkzaamheden opgevoerd en de professionaliteit van het werk nog verder versterkt.


Zij bogen zich mede over vragen als: wat is eigenlijk de toegevoegde waarde van een Bijenkorf warenhuis voor de consument anno jaren ’70-‘80? Welke consument precies? Welke Bijenkorf, hoe ziet die er dan uit?

Het waren vragen die direct het hart van de identiteit van het bedrijf raakten. Het waren existentiële vragen. Ongemakkelijke vragen vaak, omdat de mogelijke antwoorden menigmaal nogal afweken van de bestaande realiteit.

Het was Bosse Sandqvist die de missie, en daarmee de positionering en het gewenste profiel in de herfst van 1977 namens de directie als volgt formuleerde:


Het betekende dat de Bijenkorf de ambitie zou hooghouden om toonaangevend en trendsettend te zijn op het gebied van “good looking” [mode in kleding, accessoires, cosmetica] en “good living” [wooninrichting, reizen, boeken, muziek, spelen].

“The marketplace for good looking and good living”.

Het betekende dat de Bijenkorf de ambitie zou hooghouden om toonaangevend en trendsettend te zijn op het gebied van “good looking” [mode in kleding, accessoires, cosmetica] en “good living” [wooninrichting, reizen, boeken, muziek, spelen]. Dè plek om te winkelen, om heerlijk geïnspireerd en verleid te worden. Een winkel met elan, goede smaak en uiteraard de passende [hoge] kwaliteit. De ‘magie’ van de Bijenkorf moest weer terugkeren, heroverd worden – de betovering, het charisma, de unieke winkelbeleving.


Het was een stellingname naar de klant, maar uiteraard daarmee ook naar toeleveranciers en vooral ook naar de eigen organisatie.

De nieuwe, of liever gezegd vernieuwde boodschap naar het personeel was: koester de creativiteit, de nieuwsgierigheid naar het ontluikende, het bijzondere, het gevoel voor kwaliteit, de liefde voor design, zonder de scherpte aan professionele zakelijkheid te verliezen. En omgekeerd. Dat is essentieel: ‘en omgekeerd’.