De boekendag en de boekenweek

De eerste Boekendag, 16 november 1933.

Terwijl in 1930 de economische crisis wereldwijd voor grote onrust zorgde, opende de Bijenkorf in Rotterdam zijn derde filiaal en werd de voortvarende G.J. Ammerlaan er tot boekenchef benoemd. Op 15 november van dat jaar organiseerde de Nederlandse Uitgeversbond de eerste Nationale Boekendag, met als doel de promotie van het Nederlandse boek. De Bijenkorf haakte daarop in met een unieke boekententoonstelling, waar jonge schrijvers, in de gelegenheid werden gesteld hun boeken te signeren.

De boekendag werd boekenweek 1933

Toen in 1933 de Nederlandse Boekendag tot een landelijke Boekenweek werd gepromoveerd, was dat voor de Bijenkorf aanleiding een serie voordrachten te organi- seren.

Er kwamen vanuit de journalistiek wel wat negatieve reacties op de activiteiten van de Bijenkorf. In het literaire blad Kritisch Bulletin verscheen in 1931 een sarcastisch artikel over deze vorm van contact tussen schrijvers en publiek.

Sprekers waren onder anderen Anthonie Donker (over de vraag: wat is typisch Nederlands in onze literatuur?) en A. den Doolaard (met een lezing over “Strooptochten door den Balkan”). Volgens het Nieuwsblad voor de boekhandel van 29 augustus 1946 werden in de periode 1930-1940 in de Rotterdamse Bijenkorf maar liefst 78 lezingen gehouden. Amsterdam en Den Haag zouden al snel het Rotterdamse voorbeeld volgen en ook daar werden de voordrachten druk bezocht.

Boekendag in 1939 in Rotterdam.