Bouwfases in Amsterdam vanaf 1914

Foto van de troffel geschonken aan Frits Isaac bij het leggen van de eerste steen op 30 october 1912

Foto bij de opening van de Bijenkorf Amsterdam in 1914

Foto bij de nieuwbouw in 1937

Foto uit 1945 met de Beursstraat nog zichtbaar

Foto van overzicht bouwfasis uit de Telegraaf bijlage 2004

Grafische tekening door Well Squire gemaakt van de verbouwingen van de Amsterdamse lichthal 1981

Na de verbouwingen van de Amsterdamse lichthal 1983

Foto van de nieuwe parkeergarage uit 1979

Opening op 3 september 1914 van het nieuwe warenhuis

Het nieuwe warenhuis werd de opvolger van het tweede tijdelijke hulpgebouw uit 1912. Het gebouw heeft een rechthoekige plattegrond en telt vier bouwlagen en een hoge kap. De gevels zijn voorzien van een granieten bekleding ter hoogte van de plint en penanten rondom de etalagevensters, met daarboven zandsteen. Het gevelwerk rondom de vensters op de verdiepingen bestaat uit schoon metselwerk in baksteen, halfsteensverband. De mansardekap is gedekt met leien en is op diverse plaatsen voorzien van loden details. In het dakvlak zijn aan weerszijden van de middenpartij drie forse dakkapellen met fronton zichtbaar met daartussen niet-oorspronkelijke dakvensters. In het dakvlak daarboven nog kleinere uitgewerkte oeil-de-boeufs met een loden dakje met sierwerk. Op de hoeken van de samengestelde mansardekap zijn forse schoorstenen uitgevoerd, omkleed met lood. De gevel aan het Damrak (west) is in totaal 21 vensterassen breed en is voorzien van een licht risalerende middenpartij (3 vensterassen) met aan weerszijden vleugels (7 vensterassen) en hoekpaviljoens (4 vensterassen). De centrale vensterassen van zowel de middenpartij als de hoekpaviljoens zijn verbijzonderd met gebeeldhouwd lofwerk op de pilasters en opengewerkte smeedijzeren sierborstweringen. Op de muurdammen onder de vensters aan weerszijden van deze centrale vensteras is in beeldhouwwerk een festoen uitgevoerd. Zowel de middenpartij als de hoekpaviljoens zijn tot boven de goothoogte opgetrokken en worden afgesloten met een boogvormig fronton waarbinnen een oeil-de-boeuf met lofwerk. Aan weerszijden van de verhoging met fronton een opengewerkte borstwering met daarnaast een soort mezzanino. Boven de middenpartij is een vierkante torenbekroning aangebracht, geheel afgewerkt in lood. Over de verschillende verdiepingen lopen pilasters van de Colossale orde, onder sierconsoles die een fors hoofdgestel steunen. De gekorniste overkragende gootlijst is ter breedte van de middenpartij en de paviljoens voorzien van gootklossen. De begane grond is voorzien van grote etalagevensters met daaronder (recent) dichtgezette kelderlichten. De houten geprofileerde kozijnen van de etalagevensters zijn oorspronkelijk, de huidige invulling met bovenlicht niet. De vensters op de verdiepingen zijn per vensteras twee aan twee gekoppeld en bevatten houten kozijnen met 4-ruits raam en 2-ruits bovenlicht. De twee vensters per vensteras worden van elkaar gescheiden door een zandstenen stijl. De vensters boven het hoofdgestel zijn lager en hebben veelal een (deels) gewijzigde invulling. De gevels aan de Dam (Z) en het Beursplein (N) zijn vijf vensterassen breed en zijn op dezelfde wijze uitgevoerd en gedetailleerd als de hoekpaviljoens van de gevel aan het Damrak. De ingang aan het Damrak is bereikbaar via een granieten stoep met drie treden en bestaat uit drie openingen tussen zware pijlers. Op de middelste pijlers is een ovaalvormig ijzeren plaquette aangebracht met daarop MAGAZIJN DE BYENKORF en onder een bijenkorf de letters S.P.G. (verwijzend naar Simon Philip Goudsmit, de feitelijke oprichter van De Bijenkorf).

De verschillende expansie - en uitbouwaanpassingen in de loop der jaren.

De Amsterdamse Bijenkorf heeft gedurende haar meer dan 100 jaar een viertal grote reconstructies gekend. Na de opening op 3 september 1914 bleef het gebouw 20 jaar onaangetast. In 1935 kwam de eerste grote uitbreiding.

Modernisering en uitbreiding in 1935-1937 door Dirk Brouwer

De gevels van de uitbreiding van architect Brouwer uit 1936 zijn voor het overgrote deel aan het zicht onttrokken door belendende bebouwing. Alleen aan de Warmoesstraat is nog een deel van de gevel zichtbaar, zij het voor het overgrote deel verscholen achter plaatwerk. Oorspronkelijk was hier sprake van een gepleisterde gevel waarin reeksen met stalen ramen waren aangebracht. Mogelijk zijn deze nog achter het huidige plaatwerk aanwezig.

De gevel aan de Warmoesstraat ligt terug van de openbare weg. Het linker deel is geheel voorzien van vierkante platen met in het bovenste gedeelte een reeks ventilatieroosters. Het rechter deel van de gevel is een aantal meter hoger en wordt van het linker geveldeel gescheiden door een uitstekende afgeronde horizontale lijst van donkere natuursteen. Geheel rechts in dit geveldeel zijn zes balkons uitgevoerd met betonnen vloer en een stalen buishekwerk.

Achter deze balkons ligt in het interieur een trappenhuis. De gevel is verder geheel blind uitgevoerd en wordt aan de bovenzijde afgesloten door een donkere natuurstenen rand.

Links van, en haaks op het beplaatte geveldeel ligt nog een smal, taps toelopend bouwdeel met daarin een trappenhuis. De gepleisterde gevel loopt door tot aan de Warmoesstraat, en is op vier ronde stalen vensters na, geheel blind uitgevoerd. Deze gevel wordt afgesloten door een donkere natuurstenen rand. Vóór dit geveldeel aan de Warmoesstraat een betonnen luifel en aansluitend een éénlaags gebouw met plat dak. Deze zijn ook op de bouwtekeningen uit 1936 aanwezig en behoren dus tot de oorspronkelijke opzet.

De verschillende expansie- en uitbouw-aanpassingen in de loop der jaren

In 1979 werd de toenmalige Beursstraat, waar de tram onder door liep, gesloten en de ruimte toegevoegd aan de parterre van de winkel. Dit leverde op de parterre een extra ruimte van ongeveer 500 m2 op.

Eind jaren zeventig – begin jaren tachtig van de 20ste eeuw werd het warenhuis opnieuw aan een metamorfose onderworpen naar ontwerp van de Amerikaanse binnenhuisarchitect Mike Hennessy van Wells Squier Associates. In het kader van het ‘winkelcocon’ principe wordt de lichthal uit 1937 verbouwd: er werden koperkleurige spiegels en beige stoffering aangebracht op de borstweringen rondom de lichthal en de onderzijde van het legraam werd voorzien van plastic lamellen zodat de lichtinval beperkt werd. Het contact met de buitenwereld werd verder verminderd door de vensters zoveel mogelijk te blinderen of door kasten voor de ramen te plaatsen. Ook werd het meubilair geheel vernieuwd.

Door het aanbrengen van een op- en neergaande roltrap aan de Beurspleinzijde werd de roltrapcapaciteit verdubbeld. Bovendien werd de roltrap aan de Damzijde vernieuwd en werd er ook een set op- en neergaande roltrappen geplaatst in de lichthal.

In het kader van de nieuwe commerciële koers onder de naam Strategische Heroriëntatie die het warenhuis ging varen, werd de levensmiddelenafdeling opgeheven. Er werd besloten zich meer te richten op traditioneel sterke artikelen als mode en mode-accessoires, woninginrichting, cosmetica, grammofoonplaten, boeken en cadeau artikelen. Dit zijn artikelen waarvoor de consument sneller geneigd is om speciaal voor naar het centrum te komen.

Onderdeel van de modernisering in deze periode was ook de bouw van een parkeergarage aan de Warmoesstraat. Bovendien werd de verkoopoppervlakte van de bestaande Bijenkorf van 12.500 naar ruim 15.000 vierkante meter uitgebreid. Deze uitbreiding werd gerealiseerd door het dichtbouwen van de onderdoorgang in de Beursstraat en door de bouw van een vier verdiepingen hoog gebouw dat de overgang zou gaan vormen tussen de oudbouw van de Bijenkorf en de nieuwe parkeergarage. Deze garage kreeg zeven lagen en zou een capaciteit hebben voor circa 500 auto’s. De in- en uitgang van de garage werd gesitueerd aan het Beursplein. Zowel de garage als de aansluiting van de garage op de oudbouw werd ontworpen door F.J. van Gool van het Amsterdamse architectenbureau Oyevaar, Van Gool en De Bruijn.

Bij het ontwerpen van de garage kreeg Van Gool met een aantal belangrijke beperkingen, cq uitdagingen te maken, namelijk het historische straatprofiel van de Warmoesstraat met zijn lichtgebogen rooilijn en karakteristieke gevelhoogten. Ook het aspect geluidsoverlast moest in het ontwerp worden meegenomen. Van Gool heeft daarom een garage ontworpen met een los daarvan geplaatste ommanteling. Op deze manier konden met behoud van natuurlijke ventilatie gesloten gevels worden toegepast. Hiermee werd meteen tegemoet gekomen aan de wens om geluidsoverlast zoveel mogelijk te beperken. Aan de Warmoesstraat is de gevelhoogte aangepast aan de historische gevelhoogten. Om de gebogen rooilijn van de Warmoesstraat zoveel mogelijk te volgen zijn de grote gevelvlakken geparcelleerd. Om het historische aspect van de straat te benadrukken worden zelfs delen van de gevel op de vlucht gesteld. Dit wordt verder versterkt door de prefab betonnen rasterelementen van de gevels op te vullen met baksteen, waarbij ook onderdelen van het ter plaatse gesloopte S.I. de Vries-complex zijn hergebruikt.

Bijenkorf Amsterdam in vier fases opnieuw naar een warenhuis met internationale allure gebracht in 2015.

De parkeergarage uit 1979-1980 beslaat de gehele noord-oostelijke hoek van het bouwblok dat wordt begrensd door het Beursplein, Warmoesstraat, Damrak en de Dam. De garage bestaat uit 7 lagen en heeft een capaciteit voor ongeveer 500 auto’s. De in- en uitgang ligt aan het Beursplein. De feitelijke garage wordt omhuld door los van de constructie geplaatste gevels. De hoogte van de garage is per straat aangepast aan de hoogte van de omliggende bebouwing. Zo is de gevel aan de Warmoesstraat het laagst, en zijn de gevels aan de voormalige Papenbrugsteeg en het Beursplein getrapt hoger uitgevoerd. De gevel aan de Warmoesstraat (oost) bestaat uit betonnenrasterelementen gevuld met baksteen. Her en der in de gevel zijn onderdelen van het ter plaatse gesloopte complex van de firma N.V. Handelsvennootschap v/h S.I. de Vries hergebruikt, hetgeen een speels effect heeft. Om het gevoel van een massieve bouwmassa verder af te zwakken zijn er verdeeld over de gevel vlakken ingevuld met glazen bouwsteen. Samen met de hergebruikte historische bouwmaterialen zorgt dit voor een levendig en gevarieerd beeld. Om de buigingen in de rooilijn van de Warmoesstraat te volgen, zijn de grote gevelvlakken geparcelleerd. Op deze manier kon het omhulsel ook beter aangepast worden aan de vroegere bebouwing ter plaatse. Om een te strakke bovenlijn van de gevel te voorkomen, zijn delen van de gevel aan de Warmoesstraat op de vlucht gebouwd.

De derde facelift van de oude dame Bijenkorf door Kees Rijnboutt

Tijdens een verbouwing in 2004 werd het gesloten karakter van de ‘winkelcocon’ doorbroken. Architect Kees Rijnboutt maakte van de ‘verduisterde’ lichthal weer een echte lichthal door het legraam te herstellen. De toenmalige directeur Jan Berger wilde de lichtinval van buiten door de mooie raampartijen weer in ere herstellen. De borstweringen van de verdiepingen werden voorzien van melkglas. Op een aantal plaatsen zijn, waar de inrichting van de winkel dit toeliet, afgetimmerde vensters weer geopend. Bovendien werd de vijfde verdieping uitgebreid met een semi-transparante glazen opbouw. Met deze ingrepen kreeg de Bijenkorf weer een lichter en meer open karakter. De totale verkoopoppervlakte steeg naar 20.000 m2. In het voorjaar van 2005 was de verbouwing klaar en zag de lichthal eruit zoals hiernaast op de foto te zien is.

De Premiumstrategie van 2013

De Bijenkorf ging haar premium experience strategie versneld invoeren in de filialen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Amstelveen en Maastricht. Het warenhuis investeerde hierin in vijf jaar een bedrag van ruim 200 miljoen euro. De Bijenkorf kon hiermee een internationaal topniveau bereiken in merken, service en winkelbeleving. Dit betekende voor Amsterdam opnieuw vrij ingrijpende verbouwingen op de parterre om de top merken een eigen identiteit te geven, de roltrappen aan de Damkant een kwart slag te draairen waardoor de klanten meer geconfronteerd werden met de nieuwe gerenoveerde afdelingen op de etages. Op de parterre werd nog meer ruimte gegeven aan de cosmeticamerken door het beurscafé op te heffen. Ook werd het restaurant op de 5 etage volledig vernieuwd.

Foto Lichthal Amsterdam in 2004

Foto parterre Amsterdam vernieuwde cosmetica world 2015